...en zie, de ster, die zij hadden gezien in het Oosten, ging hun voor, totdat zij kwam en stond boven de plaats, waar het kind was.
Matteus 2: 9b
Als wij aan de wetenschap denken, dan zullen we niet zo snel denken aan tovenarij, bijgeloof en dat soort dingen. Dat is voor ons besef juist tegengesteld aan wetenschap. Wij denken eerder aan harde feiten. En aan oorzaken en gevolgen. In onze tijd worden discussies gevoerd over de relatie tussen geloof en wetenschap. Dat gebeurt omdat veel mensen vinden dat geloof en wetenschap elkaar uitsluiten. Mensen denken dat geloof niet met feiten te maken heeft.
In de tijd waarin de Here Jezus werd geboren, was dat anders. Toen werden wetenschap en zaken als tovenarij en astrologie door elkaar heen gebruikt. Dat was normaal. Je ziet het ook aan de wijzen uit het Oosten, die op bezoek komen bij Jozef en Maria. Ze komen uit het Oosten. Uit de richting van het oude Perzië. De wetenschap stond daar hoog aangeschreven. Het woord 'wijzen' doet daaraan denken. Maar de geleerden uit die tijd waren in één adem te noemen met bezweerders en tovenaars. Lees maar in Daniël 2:2. Niet zo vreemd dus dat die wijzen uit het Oosten eigenlijk 'magiërs' genoemd werden.
De wetenschap van die tijd is door de Here gebruikt om deze heidense astrologen naar het kind Jezus te brengen. Met behulp van hun wetenschappelijke inzichten komen ze aan op de plaats waar Hij is. Maar dan vallen ze neer en bewijzen de Koning hulde. Dat neervallen deden ze normaal gesproken altijd voor de sterren. Maar nu doen ze het voor Jezus. De wijsheid van God wint het van de wijsheid van de wetenschap.
Laten we niet vergeten dat de wetenschap van tegenwoordig, net zo goed als in het oude Perzië, beïnvloed is door heidense gedachten. Met al het gepraat over feiten en over oorzaak en gevolg, gelooft men niet meer in dingen die we met onze zintuigen niet kunnen waarnemen. Dat is ook een behoorlijk beperkte visie. Aan de andere kant vertrouwt men op het goede in de mens en verwacht men veel van zaken als mindfulness en meditatie.
Maar ook in deze tijd kan God ogen openen voor de feiten die wijzen op de Redder van de wereld. Wij noemen die feiten ook wel heilsfeiten. Hij kan harten openen, zodat ze beseffen dat onze zonden de oorzaak zijn en onze ellende het gevolg is. Om de gedachten te vullen met de kennis van Christus. We kunnen beter onder de indruk zijn van Christus dan van de (huidige stand van de) wetenschap.
Het is indrukwekkend hoe de wijzen uit het Oosten een ster volgen en dat die ster blijft staan boven de plaats waar Jezus is. Er zijn heel wat theorieën en speculaties over wat dat precies voor natuurverschijnsel is geweest. De ene is meer overtuigend dan de ander. Maar het is in ieder geval duidelijk dat er een ster is geweest die de wijzen naar het juiste adres heeft gewezen.
Als je weet dat de Here de Schepper is van het heelal, is het ook niet meer zo moeilijk om te geloven dat Hij die ster haar baan gewezen heeft. Een machtig verschijnsel. God is zijn schepping niet vergeten. Hij gaat de schepping redden van de ondergang. En als de Here Jezus geboren wordt, blijkt dat heel de schepping gericht is op dat grootse verlossingsplan van God. Alles wijst naar Christus. Zelfs de hemel wijst Hem aan. Zelfs de kosmos draait om de Verlosser. Wat een Koning!
Maar zonder de Schriften waren de wijzen uit het Oosten nooit in Betlehem aangekomen. Het begon al toen ze achter hun sterrenkijkers zaten. Ze zagen een bijzondere ster en trokken daaruit de conclusie dat de Koning van de Joden geboren zou worden. Hoe zouden ze aan die conclusie gekomen zijn? Nu weten we dat niet met zekerheid. De Bijbel geeft geen rechtstreeks antwoord op die vraag. Maar er zijn wel indirecte aanwijzingen.
De wijzen komen uit het Oosten. Dat is uit de richting van het oude Perzië. Maar dat is ook de plek waar Daniël geweest is. Daniël is zelfs het opperhoofd over alle wijzen van Babel geweest (Dan. 2:48). Het is heel goed mogelijk dat Daniëls geloof in de God van Israël daar invloed heeft gehad. Ook is het bekend dat de Joden in de eeuwen na de ballingschap een grote zendingsijver aan de dag hebben gelegd. Tot ver buiten de grenzen van Palestina hebben ze de joodse toekomstverwachting uitgedragen.
De wijzen uit het Oosten komen uiteindelijk in Jeruzalem aan, omdat dat de hoofdstad van de Joden is. Verder komen ze niet. Maar het is de profetie van Micha die hen naar Betlehem verwijst. Die profetie heeft hen de weg gewezen. Maar veel meer heeft het bij hen niet gedaan. Tenminste, dat weten we niet.
Ondertussen was het wel beschamend dat heidense wijzen zich eerder neerbogen voor de Koning dan Joodse schriftgeleerden. De Koning van de Joden sloot niet aan bij een trotse hoofdstad, maar maakte een heel nieuw begin in de plaats waar het bij David ook ooit begon. Ook voor ons zal het Woord open moeten gaan, willen wij deze Koning leren kennen. Dat Woord breekt trotse harten open, of het nu een heidens hart is of een hart dat uit traditie leeft, om nederig deze Koning te aanbidden.
LH