...terwijl de morgensterren tezamen juichten,
en al de zonen Gods jubelden
Job 38: 7
Alzo is er, zeg Ik u, blijdschap bij de engelen Gods over één zondaar, die zich bekeert
Lucas 15: 10
De engelen. Hoe vaak staan we bij hen stil? Hoe vaak rekenen we met hun aanwezigheid als we onderweg zijn, als we zo onze zorgen en blijdschap hebben, als het nieuws tot ons komt?
Wij leven in een tijd met een zogenaamd gesloten wereldbeeld. Het is alsof de wereld die wij kunnen zien en waarnemen hermetisch gesloten is. Er is een scheidingswand tussen onze zichtbare wereld en de onzichtbare wereld. Dat is in onze tijd zo sterk dat we geneigd zijn om helemaal geen rekening te houden met de werkelijkheid van de hemel, van engelen, ja zelfs van God... Velen geloven het niet eens meer. Ze leven onder een dichte hemel.
Dat is bij de engelen helemaal anders. De engelen kennen niet zo'n gesloten wereldbeeld. Zij weten wel beter. Zij waren er zelf bij toen God de aarde schiep. Dat is te lezen in Job 38. Ook de engelen zijn geschapen, maar zij waren er eerder dan de aarde. In Job 38 roept de HERE Job ter verantwoording. Hij vraagt Job of hij er soms bij was toen God de aarde grondvestte. Maar dan blijkt dat de engelen er wel bij waren. Want die stonden te juichen en te jubelen.
Daaruit blijkt hoezeer de engelen betrokken zijn bij wat er op aarde gebeurt. Ze zijn er vol van en verheugen zich zeer over de schoonheid van de schepping. Wat een verschil tussen de engelen en ons. Zij zijn wel in ons leven geïnteresseerd, maar andersom is het meestal niet het geval. Daar speelt de zonde een belangrijke rol bij. Door de zonde leven we ook onder een dichte hemel. Want we hebben de band met de Schepper doorgesneden. We leven als in onszelf gekeerde mensen. Daarmee hebben we ons van een grote rijkdom beroofd.
Je kunt je wel voorstellen dat de engelen beslist niet blij zijn met de zonde. Zo blij als ze waren met de prachtige schepping, zo verdrietig zullen ze zijn over het bederf van de schepping. Toch blijven ze betrokken. Door de hele Bijbel heen zien we engelen terug. Vooral op de momenten dat de Schepper werkt aan de herschepping. Rond de heilsfeiten van de geboorte, het lijden en de opstanding van Christus treden er engelen op. Als ze over de schepping hebben gejuicht, zullen ze dat zeker ook doen over de herschepping.
De engelen juichen ook als mensen een nieuwe schepping worden. Als zondaars zich tot God bekeren, is er blijdschap bij de engelen van God. Voor een zondaar die zich bekeert, is de hemel opengegaan. De band met God is hersteld. Maar dat niet alleen. Ook de verbinding met de engelen wordt dan hersteld.
Juichen de engelen ook over u? Ze hebben gejuicht toen we geschapen werden. Dat is zeker. Maar hebben ze ook voor de tweede keer gejuicht? De Schepper van de engelen heeft een nieuwe wereld bereid, niet voor de engelen, maar voor de mensen. De engelen wijzen ons de weg naar de Zaligmaker. Hem verwachten wij in majesteit eens weer op de wolken. Om dan samen te juichen. Mensen en engelen samen. Met vreugde, waar alles bij verstomt. Want zie, Hij komt!
LH