De eredienst
Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom...
...laten wij toetreden met een waarachtig hart...
Wij moeten onze eigen bijeenkomst niet verzuimen...
Hebreeën 10: 19,22,25
Iedere zondag gaan we naar de kerk. Maar wat is een kerkdienst eigenlijk? Het is de belangrijkste activiteit in het gezamenlijke leven van de gemeente. Het is ook een heel gewichtige gebeurtenis. Het is namelijk niet minder dan de persoonlijke ontmoeting van onze Heere Jezus Christus met zijn gemeente. Hij zelf is in de eredienst aanwezig.
Je zou het gemakkelijk kunnen vergeten als je in de kerk om je heen kijkt. Want je ziet Hem niet. Je ziet alleen maar de andere gemeenteleden. Je ziet een kerkenraad en een voorganger. Als we niet beter zouden weten, dan zouden we kunnen denken dat wij op zondag alleen maar als kerkmensen onder elkaar zijn en dat de Heere Jezus daar dan vanuit de hoge hemel op neerziet. Maar dan zouden we de waarde en het gewicht van de kerkdienst veel te laag inschatten. Je zou nog kunnen denken dat de Heere Jezus zich laat vertegenwoordigen door de ambtsdragers. Maar zelfs dan doen we tekort aan de eredienst. Jezus laat zich maar niet vertegenwoordigen. Nee, Hij is er zelf!
Er zijn in een kerkdienst twee hoofdrolspelers. De eerste en de belangrijkste is de Heere. De tweede is de gemeente. Die twee ontmoeten elkaar. De Heere is degene die het initiatief neemt. Hij nodigt zijn gemeente uit en komt haar tegemoet in zijn Woord en zijn Geest. Maar ook de gemeente mag volop meedoen. Zij mag vrijmoedig toetreden. De eredienst is een echte ontmoeting tussen de Heere en zijn kerk. Als we het hebben over de Heere en zijn gemeente en hoe ze met elkaar omgaan, dan hebben we het over het verbond. Zo spreekt de Bijbel namelijk over de omgang tussen God en zijn volk. We noemen de eredienst dan ook wel eens een verbondsontmoeting. In de liturgie zie je dat ook terug. Er is een voortdurende afwisseling tussen woorden die door God gesproken worden en woorden die door de gemeente (soms bij monde van de voorganger) worden uitgesproken.
Het is heel bijzonder dat de gemeente zomaar vrijmoedig mag toetreden tot de Heere. Juist als je het bekijkt in het licht van de heiligheid van God is het bijzonder. Een vergelijking met de eredienst in het oude verbond maakt dat snel duidelijk. Onder het oude verbond mocht het volk de Heere niet zomaar rechtstreeks ontmoeten. Ze stond letterlijk toe te kijken hoe de priesters hun werk deden en hoe ze verdwenen achter het gordijn. Daarachter bevond zich het heilige, een plek waar het volk zelf niet mocht komen. En daar weer achter was het heilige der heiligen. Daar mocht alleen, één keer per jaar op de Grote Verzoendag, de hogepriester komen. Wie zonder bevoegdheid een stap achter het gordijn zette, verloor het leven.
Zo ging dat onder het oude verbond. Maar waarom hoeft de gemeente onder het nieuwe verbond niet meer toe te kijken, maar mag het vrijmoedig toetreden? Dat heeft alles te maken met het werk dat Christus heeft gedaan. Hij heeft al het werk vervuld dat de hogepriester onder het oude verbond moest doen. Hij heeft het offer gebracht dat verzoening geeft voor alle zonden. Hij brengt iedere dag het reukoffer van de voorbeden voor ons aan de Vader. En vanuit de hemel geeft Hij zijn zegen aan zijn volk. Dat wat onder het oude verbond symbolisch in de tempel gebeurde, is door Jezus Christus werkelijkheid geworden in de hemel. Als wij een eredienst houden, ontmoeten wij de Hogepriester van het nieuwe verbond. Zoals Hij op de eerste avond na zijn opstanding uit de doden zijn discipelen ontmoette, zo doet Hij dat nog iedere week op iedere plaats waar zijn gemeente samenkomt. Nu niet lichamelijk, maar wel echt naar zijn godheid, majesteit, genade en Geest.
De Hogepriester van het nieuwe verbond komt zijn gemeente in de erediensten tegemoet in zijn Woord en zijn Geest. Hij deelt Gods zegen uit. Hij deelt de verzoening uit door het middel van de prediking. Daarom raken hemel en aarde elkaar in de samenkomst van de gemeente van Christus. Zo zijn we op weg naar de dag waarop wij Christus ook lichamelijk mogen ontmoeten, van aangezicht tot aangezicht Hem blij begroeten. En daarom is het zo belangrijk om nu al die ontmoeting niet te missen.
LH