Eens zeiden de profeten tot Elisa: Zie toch, de plaats, hier voor u, waar wij wonen, is voor ons te bekrompen. Laten wij toch naar de Jordaan gaan en ieder een balk daarvandaan halen en laten wij er voor ons een verblijfplaats inrichten om er te wonen. En hij zeide: Gaat. Toen zeide een: Wees zo goed en ga met uw knechten mee. Hij zeide: Ik ga mee. En hij ging met hen mee. Als zij bij de Jordaan gekomen waren, velden zij bomen. En, terwijl een van hen een stam velde, viel het ijzer in het water; en hij slaakte een kreet en riep: Ach, mijn heer, het was geleend! Maar de man Gods zeide: Waar is het gevallen? En toen hij hem de plaats gewezen had, sneed hij een stuk hout af, wierp het daarheen en deed het ijzer bovendrijven. En hij zeide: Neem het op. Hij strekte zijn hand uit en greep het.
2 Koningen 6: 1-7
Elisa is een opvallende profeet. Net zoals zijn voorganger Elia trouwens. Ze zijn wel allebei op een heel verschillende manier opvallend. Elia was de man die het oordeel van God over koning Achab aankondigde. De hemel sloot zich drieëneenhalf jaar lang, zodat er geen regen viel. Hij was ook de man die op de berg Karmel op indrukwekkende wijze liet zien dat niet Baäl, maar de HERE, God is. En in 2 Koningen 1 lezen we nog de geschiedenis waarbij tweemaal een overste over vijftig met zijn vijftigtal door vuur van de hemel werd verteerd. Ook het einde van Elia's aardse bestaan is vurig. Door een vurige wagen met vurige paarden wordt hij ten hemel opgenomen.
Dan valt zijn opvolger Elisa wel op een heel andere manier op. De eerste daad die van hem beschreven staat, is dat hij het water van een bron gezond maakt door er zout in te gooien. Elisa is ook de profeet die het eten van de profeten gezond maakt door er meel in te doen. Ook geeft hij honderd man te eten met twintig gerstebroden en vers koren. Hij laat een bijl drijven. En zelfs na zijn dood gebeurt er een wonder. Als er een overledene in het graf van Elisa geworpen wordt, wordt die man levend bij het aanraken van het gebeente van Elisa.
Nu is er van zowel Elia als Elisa wel meer te zeggen. Elia heeft er ook voor mogen zorgen dat het meel van de weduwe van Sarefat niet opraakte en dat haar zoon levend werd. En Elisa heeft op zijn beurt de jongens van Betel vervloekt in de naam van de HERE, waarop er twee berinnen uit het bos kwamen die tweeënveertig van die kinderen hebben verscheurd. Daaruit kunnen we de conclusie trekken dat Elia en Elisa niet tegenover elkaar stonden, maar dezelfde boodschap hadden van dezelfde Zender.
En toch valt bij Elia de nadruk op het oordeel, terwijl bij Elisa de nadruk ligt op wonderen die leven geven. Een aantal van die wonderen van Elisa zien we bijna letterlijk terugkeren bij de Here Jezus. Vooral de wonderbare spijziging en doden die tot leven komen. Het optreden van Jezus herinnert inderdaad in veel gevallen aan het optreden van Elisa. Zo herinnert het optreden van Jezus' voorganger Johannes de Doper aan het optreden van Elisa's voorganger Elia. Dat is te verklaren uit het doorgaande werk van de HERE. Hij werkt op een bepaalde manier. Zowel in de tijd van Elia en Elisa als in de tijd dat de Here Jezus op aarde was als in onze tijd. Om van de geschiedenis van Elisa te leren, moeten we dus in zijn wonderen het werk van de Vader van Jezus Christus zien. Nadat Elia het volk weer heeft teruggeroepen tot de HERE, mag Elisa laten zien hoe genadig de HERE is.
Op een gegeven moment zijn de profeten bomen aan het vellen om er een verblijfplaats van te maken. Eén van de profeten heeft een bijl geleend. Maar als hij flink uithaalt, schiet opeens het ijzer van de bijl en plonst in het diepe water. De schrik is groot, want de bijl was geleend. Dan werpt Elisa een afgesneden stuk hout in het water, waarna de bijl komt bovendrijven en de man het uit het water kan pakken.
Door de hand van Elisa gebeurt er een wonder. Een wonder is niet te verklaren uit natuurlijke verschijnselen. Het is alleen mogelijk door de directe werking van God zelf. Wel schakelt Hij daarvoor zijn profeet in. De man die de bijl was kwijtgeraakt wordt niet geconfronteerd met een plotselinge, mysterieuze gebeurtenis waar hij zelf maar iets van moet denken. Nee, de HERE maakt zich op dat moment bekend via de profeet Elisa. De man moet de concrete aanwijzingen van Elisa volgen en kijken wat hij doet. Zo doet de HERE dat vandaag door Jezus Christus in Zijn Woord.
Bij andere wonderen van Elisa liet de HERE vooral zien dat Hij leven geeft. In dit geval laat Hij wat anders zien. In de eerste plaats laat de HERE zijn kracht zien. Hij laat namelijk een massief stuk ijzer drijven. Maar Hij laat ook zien dat Hij zorgt voor profeten die in een goddeloos klimaat willen leren wie de HERE is. De profeten hadden het niet breed in die tijd. Dat kun je je voorstellen, omdat het de tijd van de goddeloze Achab en Izebel is. Je kunt het ook merken aan het feit dat die ene profeet niet eens geld had om een eigen bijl te kopen. Hij moest er één lenen. Is dat niet een enorme bemoediging, ook voor ons, als we weten dat Christus kracht wil geven aan zwakke leerlingen van Hem die in een wereld zonder God toch als zijn kinderen willen leven? Die kracht gaat uit van Hem die zelfs de dood heeft overwonnen en door zijn dood het leven geeft.
De profeten in de tijd van Elisa hadden het niet breed. Zo moesten ze leren om afhankelijk te zijn van de zorg van de HERE. Het heeft daarom ook wel iets moois dat één van de profeten een bijl moest lenen. Die situatie maakt heel duidelijk dat die profeet zijn bestaan niet in eigen hand had. Hij was afhankelijk van de goedheid van anderen.
Maar wat een ongeluk, dat juist zijn bijl van de steel vloog, het water in. Toen werd hem zelfs die geleende mogelijkheid om in zijn levensbestaan te voorzien nog uit handen geslagen door de HERE. Hij zou misschien wel in de schulden komen, omdat hij die bijl moest gaan terugbetalen. Maar dan laat de HERE zijn kracht zien door de bijl te laten drijven. De kracht die de profeet niet had. Zijn eigen spierkracht had er tot nu toe alleen maar voor gezorgd dat hij de bijl kwijtraakte. Dan laat de HERE zien dat die man zelfs voor de kracht om in het eigen bestaan te voorzien volledig afhankelijk was van de HERE. Zo mocht de man verder werken. Niet alleen met een geleende bijl, maar ook met geleende kracht.
LH